Het gebied dat de Afrikaanse savannen bestrijken, is ongeveer een derde van het afrikaanse landoppervlak. Het strekt zich uit van Guinee en Senegal in het westen, tot aan de Indische Oceaan in het oosten en omvat onder andere de vlaktes van Sudan en de hoogvlaktes met de meren. Ook in grote delen van Zuid-Afrika zijn er savannen.
Zoogdieren

De Afrikaans savannen hebben een ongewoon groot wildbestand dat men grofweg in twee soorten kan verdelen: de jagers en de gejaagden.

In de Afrikaanse savannen leven meer dan veertig soorten planteneters, waaronder giraffes, olifanten en veel antilopesoorten met hun prachtige gebogen hoorns. Deze planteneters leven van gras en bladeren, waarbij iedere soort zijn eigen voedselkeuze maakt en daarbij weinig concurententen heeft. Gazellen bijvoorbeeld houden van laaggroeiend, sappig gras, terwijl koe-antilopen juist liever harde grassen eten die andere dieren laten staan

Vaak grazen er verschillende soorten bij elkaar, en niet zonder reden. Zebra's bijvoor- beeld weten precies dat leeuwen een voorkeur hebben voor koe-antilopen. Er blijft voor hen dan ook vaak genoeg tijd over om te vluchten omdat leeuwen eerst een poging doen om een koe-antilope te bemachtigen.

De succesvolste jager op de savanne is de leeuw, op de hielen gevolgd door de andere grote katten zoals de jachtluipaard. Toch kan men vaak een groep rustig slapende leeuwen naast een kudde vredig grazende antilopen zien. De antlopen zijn echter wel steeds op hun hoede, want ze weten dat als de honger bij de leeuwen toeslaat, ze onmiddelijk moeten vluchten. Ook als de wereld in de savanne er vredig uitziet, liggen er overal mogelijke gevaren op de loer.

Vogels

De savanne biedt ruimte aan veel vogels die het vaak niet zo moeilijk hebben om aan voedsel te komen door de overvloed aan insekten, reptielen en kleine knaagdieren die een makkelijke buit zijn.

Het meest algemeen zijn de op de grond levende soorten zoals de struisvogels, trap- ganzen en zandhoenders, Maar ook aasgieren (zie hiernaast) komen overal voor. Een dood zoogdier is al van verre te herkennen door de gieren die erboven cirkelen en die wachten op een gunstig moment om zich tegoed te kunnen doen aan de maaltijd die de andere dieren niet afmaken.

De kleine en sociale roodbekwever leeft in grote zwermen van vaak meerdere duizenden vogels die voornamelijk zaad eten.
Reptielen

De Afrikaanse savanne biedt een omgeving waar veel slangen en hagedissen zich thuis voelen. Gekko's, skinks en varanen ziet men het vaakst, en ook de enorme rots- python is hier thuis. Veel van de slangen die hier leven, zoals de mamba's (zie >) en de cobra (er zijn meerdere soorten), zijn uiterst giftig.

Dieren in de savanne

Zoogdieren: Gnoe, impala, dik-dik, reuzen-gordeldier, meerkat, chimpasee, jakhals, zandvos, lepelhond, wilde hond, gestreepte bunzing, honingdas, Afrikaanse civetkat (zie Kilimanjaro), genetkat, witstaart ichneumon, gevlekte hyena, vale kat, leeuw, luipaard, cheetah, Ethiopische wolf, aardvarken, Afrikaanse olifant, Grévy-zebra, witte neushoorn, wrattenzwijn, giraffe, elandantilope, Kob-waterbok, kafferbuffel, koe-antilope, bonte bok, blesbok, Thomson-gazelle.

Vogels: Struisvogel, gier, roodsnavel toko, griel, reuzen trapgans, secretarisvogel, maraboe, Afrikaanse haviksarend, slechtvalk, hop, goudmus, roodbekwever.

Reptielen en amfibieëen: Varanen, skinks, gekko's, sporenschildpad, hoefijzerlanspuntslang, zwarte mamba, rotspython, adder.

Geleedpotige:Afrikaanse treksprinkhaan, veldsprinkhaan, termieten, mieren, mestkever, vlinders, vliegen, bijen, wespen, schorpioenen, teken.
De invloed van insekten op de savannen

De insekten op de savannenn worden door een drietal hoofdgroepen gedomineerd: sprinkhanen(>), termieten en mieren.

Aangezien de toename van de treksprinkhanen en het moment waarop ze toeslaan altijd onvoorspelbaar zijn, betekenen deze diertjes altijd een enorme bedreiging. Reusachtige zwermen met een gewicht van meer dan 50.000 ton hebben complete landstreken in korte tijd kaal gegeten. Vandaar hun slechte naam. Toch vormen treksprinkhanen voor andere dieren zoals hagedissen, slangen en veel zoogdieren juist een waardevolle bron van voedsel.

Termieten spelen een grote rol in het leven op de savanne, omdat ze ervoor zorgen dat de aarde rul, dus goed doorlucht en waterdoorlatend blijft. Sommige soorten bouwen reusachtige heuvels die soms meer dan 6 m hoog kunnen zijn.

Andere veel voorkomende geleedpotige zijn bijvoorbeeld wespen, bijen en de vele soorten teken die op zoogdieren bloed zuigen.
Vegetatie

Afrika kent de meest uiteenlopende landschappen - de meeste mensen denken echter vaak alleen aan de savannen. Men schat dat ongeveer een derde van het landoppervlak van Afrika (10 miljoen vierkante kilometer) uit savannen bestaat, reusachtige grasvlaktes die hier en daar door struiken en bomen worden onderbroken.

De vegetatie in dit gebied is uitstekend aangepast aan de sporadische neerslag die er valt: acacia's hebben naaldvormige bladeren om zo weinig mogelijk vocht te verliezen. De apenbroodboom kan in zijn dikke stam water vasthouden. Ook de grassen zijn goed aan hun omgeving aangepast en kunnen met hun uitgebreide wortelstelsel het aanwezige water opzuigen.