Rond de Kilimanjaro vindt men op relatief kleine oppervlakte zeer verschillende leefomgevingen. Er zijn tropische bossen, open heide, schrale toendra's en een gletsjer. Deze berg onstond ongeveer 750.000 jaar geleden door de uitbarsting van drie kleine vulkanen. |
||
Bijzondere kenmerken van de Kilimanjaro. Hoewel de drie verschillende vulkanen al lang geleden uitdoofden, zijn ze toch als zodanig te herkennen en geven de Kilimanjaro zijn karakteristieke vorm. De hoogste top is de Kibo met 5895 meter, vormt de spits van het massief. De andere twee pieken zijn de Mawenzi (5145 meter) en de Shira (3862 meter). Het berggebied wordt in vijf verschillende zones ingedeeld die zich door hun hoogte, klimaat, vegetatie en de daar levende diersoorten van elkaar onderscheiden. |
Inzet voorpagina: Twee fanje-apen Rechts: De lokatie van de Kilimanjaro |
![]() |
![]() Zone 1: Dit gebied is eigenlijk de voortzetting van de open savanne zoals die rond de voet van de Kilimanjaro te vinden is. Deze zone wordt als weiland gebruikt en om gewassen te verbouwen. De invloed van de mens heeft in deze zone een complete verandering in de vege- tatie veroorzaakt. Waar vroeger bosjes, struiken en laag- landbossen groeiden, liggen nu graslanden en akkers. Hier leven dan ook alleen een aantal kleinere dieren, en nauwelijks grote dieren. |
Zone 5: De hoogste zone wordt gevormd door de toppen die deels met ijs en sneeuw zijn bedekt. Hier heersen omstandigheden zoals op de polen: bittere kou in de nacht en overdag wat warmte van de zon. Het zuurstofgehalte is maar de helft van de lucht boven zee, en de neerslag valt als sneeuw. Deze extreme omstandigheden maken het de dieren in feite onmogelijk hier te leven. Alleen een enkele taaie plant redt het in deze zone die gedeeltelijk met grote, terras- vormige gletsjers is bedekt. |
zilverwanghoornvogel (zone 2) |
| Zone 4: Het klimaat in deze afro-alpiene of hoog-alpiene zone is extreem ruw. Overdag brandt de zon zonder erbarmen en loopt de tem- peratuur op tot 40° Celsius, terwijl het 's- nachts ijzig koud is en de temperatuur tot 0° daalt. De dunne grondlaag is droog en onvrucht- baar. Dat betekent dat het zeldzame regenwater er direct afloopt, en niet wordt opgenomen. In dit ruwe klimaat kunnen maar weinig dieren overleven. Voor de meeste vogels is de lucht te ijl, en voor grotere dieren is er onvoldoende voedsel. | De enige permanente bewoners zijn insekten en spinnen die tussen de spaarzame vegetatie toch nog beschutting tegen het ruwe klimaat en de harde wind kunnen vinden. |
|
| Zone 3: Deze zone wordt 'subalpien' genoemd, en bestaat voornamelijk uit heidevelden. Dit gebied is wezelijk opener en koeler, en herkent men makkelijk aan de reuzenlobelia's en de cactusachtige reuzensenecio's. Deze vegetatie en de grote hoogte houden grote dieren ervan af om hier permanent te verblijven. Wel leven er kleinere dieren die hier nog kunnen schuilen, waaronder vooral vogels. |
De afrikaanse roodstaartbuizerd ( zone3) |
|
| Zone 2: Deze zone bestaat uit tropisch
regen- woud dat als een ring rond de hele Kilimanjaro
ligt en waar de rijkste flora en fauna van het berggebied
te vinden is. 96% van de hele watervoorraad van de
Kilimanjaro zit hier, en betekent voor een veelheid van
dieren de beste leefomstandigheden.
een klipspringer in zijn rotsachtige omgeving ( zone 3) |
De afrikaanse civetkat (zones 2 en 3) |
| Klimaat Het klimaat van de Kilimanjaro wordt door de geografische ligging en de hoogt beïnvloed. De Kiliman- jaro ligt op 330 km van de evenaar, en de berg is de enige verhoging in het landschap tot de Indische Oceaan. Dat betekent dat op de laaggelegen hellingen tropisch-vochtige temperaturen heersen, maar dat in de hogere gebieden een kouder en droger klimaat te vinden is. Aan de voet van de berg leven allerlei planten en dieren, maar in de hoogste regionen overleven alleen maar een paar planten en zijn er nauwelijks tot geen dieren. De gemiddelde temperatuur varieert tussen 30° C en het vriespunt. De piek van de Kilimanjaro ligt onder de eeuwige sneeuw. Per 200 meter hoogteverschil naar boven wordt het 1° Celsius kouder. De vochtigste tijd van het jaar ligt tussen maart en juni. In deze periode worden de top en de hooggelegen hellingen door sneeuwval geteisterd. In juni en juli is er juist een droge tijd met zeer koude nachten. In de koelere maanden augustus en september wordt de berg meestal omgeven door een nevelring die over de regenwouden en de open vlaktes hangt en die de top aan het zicht onttrekt. |
![]() anubis-baviaan (zone 2) |
| Natuurbescherming De Kilimanjaro kent een hele serie problemen die het behoud van het ecologische evenwicht en het nat- uurschoon ernstig in gevaar brengen. De meeste problemen hangen samen met de activiteiten van stro- pers, boeren die vooral het land aan de voet van de berg ontginnen, en de talrijke toeristen die jaar in jaar uit de Kilimanjaro willen beklimmen. Al deze mensen vormen een zekere bedreiging voor de flora en fauna, en kunnen dit prachtige landschap permanente schade toebrengen. In 1977 werd het 'Kilimanjaro-Nationaalpark' in het leven geroepen om dit natuurgebied te beschermen. Het park omvat gebied boven 2700 meter ( 756 vierkante kilometer) waaronder bossen, heide en bergachtige regionen met het Shiraplateau, de Kibo- en Mawenzi-top. Verder werd in 1921 het bosreservaat ingesteld om de regenwouden aan de voet van het Nationaalpark te beschermen. |
lammergier (zone 3) |